Rapport

Plan-MER MIRT-verkenning regio Rotterdam en haven: duurzaam bereikbaar

In 2008 is de MIRT-verkenning ‘Regio Rotterdam en haven, Duurzaam Bereikbaar’, met als werknaam ‘MIRT-verkenning Rotterdam Vooruit’ gestart. Een MIRT-verkenning is een studie op hoofdlijnen naar de knelpunten en oplossingen voor de bereikbaarheidsproblemen in de Rotterdamse regio.

In de MIRT-verkenning Rotterdam Vooruit vervult het plan-MER drie functies:

  1. het systematisch documenteren/in beeld brengen van de milieugevolgen van het plan;
  2. er toe bijdragen dat de milieugevolgen tijdig meewegen bij het opstellen van de visie en de programma’s, de afweging van de alternatieven en het formuleren van keuzes;
  3. het plan-MER zorgt mede voor de onderbouwing en voor één of meerdere voorkeursalternatieven in de vervolgfase van de (verdere) plan- en besluitvorming.

Op basis van de verkeers- en vervoersanalyse zijn in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (1) de mogelijke oplossingen voor de verbetering van de bereikbaarheid geïnventariseerd. Deze oplossingen vormen de zogeheten bouwstenen voor de effectenanalyse van het plan-MER.

Nieuwe infrastructuur heeft over het algemeen grotere effecten op de groene omgeving dan betere benutting of uitbreiding van de bestaande infrastructuur. De omvang van de effecten zijn erg afhankelijk van de gevoeligheid van het gebied, waar de betreffende verbinding is geprojecteerd.
De A4 zuid (Benelux-Klaaswaal) kruist de Oude Maas en het gelijknamige Natura 2000-gebied, waarvan de Rhoonse en Carnisse grienden deel uit maken. In de brugvariant zal een A4 zuid significante negatieve effecten op het Natura 2000-gebied veroorzaken. Als de weg in een geboorde tunnel wordt aangelegd zijn significante negatieve effecten waarschijnlijk te vermijden.
Grote effecten op natuur, landschap en cultuurhistorie zijn te verwachten als gevolg van aanleg van de A24 (Maassluis-Doenkade), de A38 of N38 (Ridderkerk-Krimpen a/d IJssel) en het Welplaattracé. Naast de directe effecten van de aanleg zullen deze verbindingen waarschijnlijk (stedelijke) ruimtelijke ontwikkelingen uitlokken die ook negatieve effecten op de groene omgeving zullen veroorzaken.
De Blankenburgtunnel heeft een verstorend effect op de Lickebaertpolder (onderdeel van Midden-Delfland). Een lange tunnel aan de noordkant van de Nieuwe Waterweg kan de negatieve effecten voor een groot deel vermijden.

De consequenties voor de luchtkwaliteit van aanpassingen of uitbreidingen van het infrastructuurnetwerk zijn gering. De CO2-emissies nemen als gevolg van de grotere verkeersstromen toe.

(1) Notitie Rijkwijdte en Detailniveau; plan-MER MIRT-verkenning Regio Rotterdam en Haven, Duuzaam Bereikbaar; projectorganisatie Rotterdam Vooruit, 18 juni 2009

Meer over