Rapport

Technologische ontwikkelingen in Europa. Een langetermijnvisie op CO2-efficiënte productie in de Europese regio

Technologische innovatie is een onmisbaar onderdeel van inspanningen om een significante vermindering van CO2-emissies te bereiken. In deze oriënterende studie in opdracht van CAN Europe wordt door CE Delft geanalyseerd in hoeverre het waarschijnlijk is dat nu in ontwikkeling zijnde innovaties in de Europese staal-, cement- en papierindustrie zullen leiden tot een reductie van 80-95% van CO2-emissies in 2050: de Europese klimaatdoelstelling voor de lange termijn. Het rapport gaat in op maatregelen die verband houden met energieverbruik, wijzigingen aan productieprocessen en gebruik van CCS, het afvangen en opslaan van CO2.

Op basis van de beschikbare informatie zijn in deze sectoren een aantal technologieën geïdentificeerd die met betrekking tot CO2-efficiëntie veelbelovend zijn. Naar het er uitziet, kunnen deze potentieel leiden tot significant lagere CO2-emissies per eenheid product, vergeleken met de huidige gemiddelde Europese productie-eenheid.

De meeste van deze technologieën zijn momenteel in een vroege, experimentele fase van ontwikkeling en zullen waarschijnlijk pas tussen 2020 en 2030 commercieel beschikbaar worden. In de toekomst kunnen ook andere veelbelovende technologieën naar voren komen die op het ogenblik niet serieus worden ontwikkeld, zoals elektrolyse in de staalsector en innovatieve droogtechnieken in de papierindustrie. Geslaagde invoering van de aangewezen technologieën vereist van beleidsmakers dat ze:

  • De verdere technische ontwikkeling ondersteunen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van aanvullende fondsen voor O&O
  • Voor CO2-arme technologieën gunstige marktvoorwaarden scheppen, onder andere door een meer geschikte opzet van het EU ETS

De meeste van deze technologieën steunen tenslotte zwaar op CCS, hetgeen leidt tot een prioriteitsprobleem. Omdat de CO2-opslagcapaciteit die aan veiligheidsvereisten voldoet beperkt lijkt te zijn, rijst de vraag of deze voor de industrie gereserveerd zou moeten worden in plaats van voor de energiesector (kolen), waar alternatieve maatregelen om CO2-emissies te verminderen voorhanden lijken te zijn.

Auteurs

Co-auteurs

Marisa Korteland