Rapport

Nuclear energy: The difference between costs and prices

Voor WNF is in kaart gebracht hoe de directe en indirecte kosten van kernenergie zich verhouden tot die van andere vormen van elektriciteitsopwekking. Daarmee is gekeken of claims houdbaar zijn dat kernenergie goedkoop is en zonder overheidssteun een significante bijdrage kan leveren aan de Nederlandse energievoorziening. Uit deze studie blijkt dat, ondanks de zeer lage marginale kosten, kernenergie duurder is dan de meeste andere vormen van elektriciteitsopwekking wanneer bouwkosten (onder geliberaliseerde marktomstandigheden), veiligheid, aansprakelijkheid en milieueffecten worden meegenomen. Een belangrijke kostenpost die in deze studie is meegenomen, zijn de kosten van de ongelukken met kernenergie die tot nu toe ten laste van de samenleving zijn gekomen. Als deze zouden worden toegerekend aan alle door kernenergie geproduceerde elektriciteit dan ontstaat per kWh een prijsverhoging van 2,3 Eurocent. Door de hoge bouwkosten en het aanzienlijke risico op kostenoverschrijdingen lijkt het onwaarschijnlijk dat private partijen de business case voor een nieuwe centrale rond krijgen zonder overheidssteun. Tot nu toe zijn alle bouwprojecten van kerncentrales mogelijk geweest door één of andere vorm van overheidssteun.
Alhoewel op dit moment, als alle kosten worden meegenomen, sommige hernieuwbare technieken (zoals wind op zee) nog niet kunnen concurreren met kernenergie, laten hernieuwbare technieken een sterke leercurve en dalende kostprijzen zien, waar de kosten van kernenergie de laatste decennia juist zijn toegenomen.