Rapport

Benchmark Biodiversiteit

Verlies van biodiversiteit is één van de belangrijke milieuthema’s, zowel nationaal als internationaal. Bedrijven en instellingen krijgen in toenemende mate vragen vanuit de samenleving over het effect van hun activiteiten op biodiversiteit. Voor bedrijven en overheden is de vraag welke methodiek om hun impact te kwantificeren geschikt en geaccepteerd is. Bedrijven, met name in de voedingsmiddelen- en basisindustrie, hebben een impact op biodiversiteit, maar de plaats waar deze impact zich manifesteert is vaak niet die waar de uiteindelijke gebruiker van het product zich bevindt. 

Het Nederlandse ministerie voor Infrastructuur en Milieu (I&M) wil bedrijven aanmoedigen om transparanter te worden met betrekking tot hun impact op biodiversiteit. Tevens wil het ministerie van I&M toewerken naar een breed geaccepteerd systeem van rapportage voor de kwantificering van de impact op biodiversiteit, zodat bedrijven op een praktische en gemakkelijke wijze de impact van hun bedrijfsactiviteiten op biodiversiteit kunnen verkleinen.

In dit project, ‘Benchmark Biodiversiteit’, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van I&M heeft CE Delft samen met Conservation Consultancy Steven de Bie de methodieken voor het kwantificeren van biodiversiteit verkend. Conclusie is dat de ReCiPe biodiversiteitsindicator (aangevuld met de waterstressmethodiek van Pfister) op dit moment de meeste geschikte methodiek is om de biodiversiteitseffecten van bedrijven te meten en eventueel te benchmarken. De ReCiPe-methode is in dit onderzoek in een sectoranalyse toegepast om een beeld te krijgen van de impact van de Nederlandse economie en de bijdrage van verschillende sectoren daaraan. Daarbij is de import van grondstoffen meegerekend. Tevens is de ReCiPe-methode op het productieproces van een aantal bedrijven toegepast. Daarnaast is de impact op biodiversiteit van de Nederlandse overheid inclusief haar inkopen geanalyseerd. Belangrijke conclusie is dat niet alleen klimaatverandering, maar ook landgebruik een belangrijke oorzaak is van verlies van biodiversiteit door activiteiten van bedrijven in Nederland. Er bestaat inmiddels al veel beleid om klimaatverandering tegen te gaan maar dat beleid is er nog niet voor landgebruik. 

Het project is begeleid door een breed samengestelde begeleidingscommissie en een klankbordgroep met relevante vertegenwoordigers van het Nederlands bedrijfsleven. Bij drie bedrijven is het bedrijfsproces onderzocht met de ReCiPe-methodiek. De drie casussen met medewerking van Dow Terneuzen, Tata Steel IJmuiden en Unilever Benelux leerden ons dat met medewerking van de bedrijven en met gebruik van interne bedrijfsgegevens de impact op biodiversiteit goed te berekenen is met de gekozen methodiek.