Rapport

Emissies uit bijstoken van gevaarlijke afvalstromen

In opdracht van het Ministerie van VROM, directie Lucht en Energie, heeft CE een indicatieve studie gedaan naar de emissies naar de lucht bij verwerking van niet-organisch afval en gevaarlijk afval in andere installaties dan een AVI. In de studie zijn zowel bijstoken (in een poederkoolcentrale, cementoven, wervelbedvergassen in combinatie met poederkoolcentrale) als verwerking in nieuwe stand-alone installaties (wervelbedoven, PEC) beschouwd. Doel van de studie was te analyseren:

  • of aan BLA wordt voldaan;
  • wat de emissies zijn in vergelijking met de emissies bij verwerking van de integrale afvalstroom in een AVI;
  • of significante emissies van niet onder BLA vallende toxische stoffen optreden;
  • welke aanvullende rookgasreiniging eventueel moet worden toegepast om de concentraties verontreinigende stoffen op BLA-niveau danwel het gemiddelde niveau van een AVI te brengen.

Uit de studie blijkt dat de onderzochte niet-gevaarlijke afvalstromen over het algemeen resulteren in emissies onder BLA-niveau. Overschrijdingen (met maximaal een factor 10) komen voor bij sommige afvaltechniekcombinaties en sommige stoffen (HCl, CO, koolwaterstoffen, SO2 en NOx); er zijn geen overschrijdingen geconstateerd van zware metalen, cadmium, kwik en dioxines. Ten opzichte van het gemiddelde AVI-niveau zijn de overschrijdingen hoger. Om dit niveau te kunnen bereiken zou bij de meeste technieken extra rookgasreiniging nodig zijn. Bij de onderzochte gevaarlijke afvalstromen komen hogere overschrijdingen t.o.v. BLA-niveau voor en vertonen meer stoffen overschrijdingen dan bij de niet-gevaarlijke afvalstromen. Zo kan bij kwik een overschrijding met ca. een factor 10 voorkomen (bij bijstoken van oplosmiddelen in een cementoven). Ook hier zou extra rookgasreiniging nodig zijn om het gemiddelde AVI-niveau te kunnen halen.

Meer over