Rapport

Monitoring of bunker fuel consumption

Zowel binnen de EU als bij de IMO is het monitoren van het bunkerolieverbruik en de broeikasgasuitstoot van de internationale scheepvaart momenteel onderwerp van gesprek. Hiervoor zijn diverse opties, elk met hun voor- en nadelen. Op basis van literatuuronderzoek en gegevens van leveranciers wordt in dit rapport een analyse gemaakt van de vier belangrijkste emissiemonitoringsmethoden:

  1. Via bunkerafleveringsbonnen (door de brandstofleverancier opgemaakte bonnen waarop onder andere de hoeveelheid aan boord genomen  brandstof wordt gespecificeerd).
  2. Tankpeiling (systemen om de hoeveelheid brandstof in de tanks te meten).
  3. Brandstofstroommeters (systemen om de hoeveelheid aan motoren, generatoren of ketels geleverde brandstof te meten). 
  4. Directe emissiemeting (meting van uitlaatgassen in de schoorsteen).

Uit de studie blijkt dat bunkerafleveringsbonnen en tankpeiling de laagste investeringskosten met zich meebrengen. Tenzij tankpeiling wordt geautomatiseerd gaan deze systemen echter gepaard met hogere bedrijfskosten dan brandstofstroommeters of directe emissiemonitoring, omdat handmatige opgenomen gegevens vervolgens in monitoringsystemen moeten worden ingevoerd. 

Brandstofstroommeters hebben in principe de grootste nauwkeurigheid. Afhankelijk van de gekozen technologie kunnen deze een ordegrootte nauwkeuriger zijn dan de andere systemen, die een gemiddelde foutmarge van enkele procent hebben.

Dankzij het verschaffen van ‘real-time’-informatie over brandstofgebruik of emissies geven brandstofstroommeters en directe emissiemonitoring reders de mogelijkheid hun crew te trainen in brandstofefficiënter varen en hun onderhouds- en rompreinigingsprogramma’s te optimaliseren. 

Alle systemen behalve bunkerafleveringsbonnen bieden de mogelijkheid op basis van zowel  tijd als route (of andere geografische parameters) te monitoren.

Meer over