Rapport

A cost-effective share of bioenergy 2030

Het nieuwe Europese beleidspakket voor klimaat en energie voor 2030 beoogt onder andere een aandeel van 27% hernieuwbare energie op EU-niveau. De kernvraag waarop deze studie zich richt is wat de meest kosteneffectieve hernieuwbare energie mix is in 2030, gegeven de huidige en toekomstige kostenstructuren. Een bijkomende vraag is hoe deze mix zich verhoudt tot de tegenwoordige vraag naar hernieuwbare energie en tot de voorspellingen van de EU-referentiescenario’s voor 2013 en 2016.
 

Volgens de Impact Assessment (IA) van de Commissie zal een relatief groot deel (meer dan 60%) van deze doelstelling door gebruik van bio-energie worden behaald. Het verwachte aandeel van bio-energie in de IA in 2030 volgt uit berekeningen in het PRIMES-model. Hoewel met dit model wordt beoogd een op prijs gebaseerd equilibrium onder verschillende beleidsscenario’s te bepalen, is het de vraag of de gepubliceerde PRIMES-uitkomsten daadwerkelijk een kosteneffectieve hernieuwbare energiemix voor 2030 weerspiegelen vanuit maatschappelijk perspectief. Dit komt door toepassing van hogere discontovoeten dan het maatschappelijke optimum. Het is bovendien onduidelijk welke onderliggende aannames zijn gemaakt met betrekking tot de kosten van de verschillende technologieën.
 
Transport and Environment, Birdlife Europe en het European Environmental Bureau hebben daarom CE Delft verzocht de meest kosteneffectieve optimale hernieuwbare energiemix vast te stellen voor de EU-28, Duitsland, Frankrijk, Zweden, Spanje, Polen en het Verenigde Koninkrijk, rekening houdend met maatschappelijk discontovoeten en de meest recente kostenontwikkelingen.