Rapport

Concretisering CO2-index

Het Ministerie van Economische Zaken wil voor warmte-kracht installaties de CO2-index gebruiken als basis voor een stimuleringsregeling. Hiervoor zijn een aantal aspecten omtrent bemetering en te hanteren referentiewaarden verder uitgewerkt.
Een goede bemetering van de inkomende (gas) en uitgaande energiestromen (elektriciteit en warmte) is noodzakelijk om een betrouwbare CO2-index te kunnen bepalen en er daarmee voor te zorgen dat de stimuleringsregeling de juiste installaties beloont. In de praktijk blijken er reeds voor andere doeleinden, voldoende betrouwbare metingen plaats te vinden die, aangevuld met een verklaring van een accountant of erkend meetinstituut, gebruikt kunnen worden voor een betrouwbare CO2-index. De extra kosten van validering van de meting zijn merendeels beperkt in relatie tot de baten. Er zijn 2 soorten gevallen waar zich problemen kunnen voordoen:

  • bij de kleinste installaties (< circa 100 kW) zijn de meters waarschijnlijk niet voldoende en kunnen nieuwe eisen hoge kosten met zich meebrengen die niet in een goede relatie staan tot de mogelijke baten;
  • bij grootschalige warmtelevering zijn de meters bij de huishoudens meestal onvoldoende nauwkeurig voor de CO2-index. Dit kan ondervangen worden door dichtbij de eindgebruikers een extra hoogwaardige meting voor te schrijven.

Zolang alle energiestromen die de systeemgrens passeren worden meegenomen bestaat er geen risico dat er meer CO2-reductie wordt berekend dan dat wordt gerealiseerd.

Een ander belangrijk onderdeel van de CO2-index zijn de te gebruiken referentierendementen. Gebleken is dat de eerder gehanteerde referentierendementen (CE, 2000) voor laagwaardige warmte goed zijn, die van hoogwaardige warmte iets lager vastgesteld zou moeten worden en die van elektriciteit enkele procentpunten hoger zouden moeten zijn.

Meer over