Rapport

Meer maatschappelijke waarde bij de Centrale Rotterdam. Waterstof, kunstmest en pulpproductie

CE Delft ondersteunt Engie bij de zoektocht naar mogelijkheden voor transformatie van de Centrale Rotterdam van energiecentrale naar utiliteiten-centrum, geïntegreerd in een, in de Rotterdamse haven op te zetten, bio-economische cluster. In deze ondersteunende rol heeft CE Delft een eerste verkennende studie gedaan naar drie aspecten:

  • biomassabeschikbaarheid;
  • beschikbare conversietechnieken;
  • afzetmarkten van conversieproducten.

In deze verdiepende studie voor Engie zijn voor vier technieken de volgende aspecten onderzocht:

  • globale massabalans en energiebalans, inclusief consumptie aan stoom en andere hulpstoffen;
  • globale inschatting van broeikasgasbalans en productie van reststromen;
  • een globale bedrijfseconomische analyse voor grootschalige verwerking;
  • de duurzaamheid van de beschikbare biomassa.

Ook is globaal ingeschat in hoeverre grootschalige verwerking zou passen op het terrein rond de Centrale Rotterdam.
De resultaten van de studie zijn besproken met enkele milieuorganisaties.

De geëvalueerde technieken zijn:

  1. Waterstofproductie voor externe afnemers op basis van vergassing van RDF en meestoken van koolmonoxiderijk restgas in de Centrale Rotterdam.
  2. Hydrothermisch verkolen met nutriëntenterugwinning van RWZI-slib en meestoken van de hydrokolen in de Centrale Rotterdam.
  3. Organosolvpulpen van stro voor papierpulpproductie en meestoken van de ligninerijke restfractie in de Centrale Rotterdam.
  4. Stoomexplosievoorbehandeling van lage kwaliteit houtige biomassa ten behoeve van verstoken in de Centrale Rotterdam met terugwinning van chemicaliën uit resterend proceswater.

Mede als uitvloeisel van de studie wordt gewerkt aan een installatie voor stoomexplosievoorbehandeling.

De resultaten van de studie zijn besproken met diverse milieuorganisaties. Deze organisaties hebben geen bezwaren of kritiek ingebracht tegen advies en eventuele implementatie.

Auteurs