Rapport

Chemische recycling in het afvalbeleid

Chemische recycling van kunststofafval maakt het mogelijk om naast mechanische recycling het recyclingpercentage voor kunststoffen flink te vergroten. Ook is recyclaat uit chemische recycling van hoge kwaliteit en weer toepasbaar in voedselverpakkingen. CE Delft heeft in eerdere studies meerdere keren het klimaatvoordeel van verschillende vormen van chemische recycling vergeleken met afvalverbranding en mechanische recycling. Daaruit komt in grote lijn naar voren dat de technieken oplossen en depolimeriseren een klimaatvoordeel hebben ten opzichte van verbranding, dat dicht ligt bij mechanische recycling. Voor pyrolyse en vergassing geldt dat dit klimaatvoordeel grofweg de helft bedraagt.

Of technieken mogen worden ingezet voor bepaalde afvalstromen is in Nederland vastgelegd in het Landelijk Afvalbeheerplan 3 (LAP3). Daarin is een drietraps voorkeursvolgorde voor recycling opgenomen (C1 t/m C3), waar chemische recycling vooralsnog op de laagste derde trap staat.

In opdracht van RWS en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft CE Delft de vraag beantwoord of de verschillende vormen van chemische recycling niet anders opgenomen zouden moeten worden in het LAP3. In dit adviesrapport beantwoorden we deze vraag. We adviseren om oplossen en depolymerisatie te verschuiven naar de hoogste trap van recycling (C1) en pyrolyse en vergassing naar de tweede trap (C2).

In maart 2020 is een kleine update in dit rapport doorgevoerd. Omdat er discussie kan zijn of oplossen een vorm van chemische recycling is of dat dit behoort tot mechanische recycling is hebben we de terminologie en afbakening van onze studie op een aantal plekken in het rapport verduidelijkt. De conclusies en de analyse zijn verder niet aangepast.

Meer over