Rapport

Evaluatie energiebesparingsbeleid in de industrie

In opdracht van de Algemene Rekenkamer zijn door CE Delft diverse overheidsinstrumenten geëvalueerd voor bevordering van energiebesparing. Het gaat om beleid tussen 1995 en 2008 voor de Nederlandse industrie en energiesector. Onderzocht is wat de inzet van de instrumenten heeft gekost in financiële termen en opgeleverd aan energiebesparing. Daarnaast is onderzocht of een andere vormgeving van de instrumenten een gunstigere verhouding tussen kosten en effecten zou hebben opgeleverd. Uitkomst van deze studie zijn door de Rekenkamer gebruikt voor de rapportage Energiebesparing: ambities en resultaten, die 5 oktober is aangeboden aan de Tweede Kamer.

CE Delft concludeert dat het besparingstempo voor de grote industrie sinds de jaren ’90 is afgenomen doordat het beleid minder ambitieus is geworden. In toenemende mate is er sprake geweest van overlap van beleid.

De geëvalueerde instrumenten
Directe regulering:
1.            De Wet milieubeheer (Wm).
2.            De Europese Directive on Integrated Pollution and Prevention Control (IPPC).
Economische instrumenten:
3.            De brandstoffen- en energiebelastingen (BSB en (R)EB).
4.            Het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS).
Directe subsidies:
5.            Het Besluit subsidies energiebesparingtechnieken WKK (BSET-WKK).
6.            De Tenderregeling Industriële Energiebesparing (TIEB).
7.            Het CO2-reductieplan.
Hoewel officieel geen onderdeel van het overheidsbeleid hebben de distributiebedrijven in het kader van de Milieu Actieplannen (MAP-2 en MAP2000) energiebesparing in de industrie direct gestimuleerd, gefinancierd middels een toeslag op de gas- en elektriciteitsprijs.
Indirecte subsidies (fiscale regelingen):
8.            De Energie-investeringsaftrek (EIA).
9.            De Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL).
Convenanten:
10.          De 1ste en 2de generatie meerjarenafspraken (MJA1 en MJA2) en Convenant Benchmarking.

Sommige van deze regelingen zijn inmiddels beëindigd.