Rapport

Macro-economische effecten van transitiebeleid gebouwde omgeving

Doel van deze studie is een analyse te maken van de macro-economische effecten van transitiebeleid in de gebouwde omgeving. In opdracht van TKI-EnerGO heeft CE Delft een analyse gemaakt van de effecten op werk, toegevoegde waarde (BBP) en de effecten op de handelsbalans. CE Delft en DNV GL hebben voor Netbeheer Nederland verschillende transitie-scenario’s voor Nederland als geheel opgesteld. In voorliggende studie is naar de economische effecten van een transitiescenario dat in 2030 voor Nederland als geheel tot een CO2-reductie van 57% en tot een aandeel van hernieuwbare energie van 26% leidt gekeken. De economische effecten zijn bepaald voor de benodigde investeringen in de gebouwde omgeving binnen de totale reductie van dit scenario en zijn middels het E3ME-model gekwantificeerd. Dit maakt het mogelijk om niet alleen de directe effecten op de bouwsector maar ook de indirecte effecten op de andere sectoren in aanmerking te nemen.

In het transitiescenario wordt in de gebouwde omgeving additioneel 2,3 miljard euro per jaar geïnvesteerd in warmtepompen, restwarmtebenutting en in elektriciteit- en warmtebesparende maatregelen. Dit levert in de periode 2013-2030 tot een jaarlijkse besparing van het gebouwgebonden (primaire) energie van rond de 73 PJ. Deze investeringsimpuls leidt in de periode 2013-2030 tot een bruto werkgelegenheidseffect van gemiddeld 24.000 arbeidsjaren, tot een verbetering van de handelsbalans met gemiddeld 1,7% en tot een verbetering van het BBP met gemiddeld 0,7%. Door de besparing aan gebouwgebonden energie kan naar verwachting in de periode 2013-2030 energie-import ter waarde van rond de 20 miljard euro worden uitgespaard. Dit vermindert de importafhankelijkheid van Nederland.