Rapport

Oss Energieneutraal 2050

De gemeente Oss wil in 2050 een energieneutrale gemeente zijn. Dit betekent dat alle energievragen binnen de gemeente worden ingevuld met hernieuwbare energie uit de gemeente. Dit is een grote opgave waarbij sterk ingezet moet worden op energiebesparing en op hernieuwbare energie. Deze ambities passen in het Klimaatakkoord dat op 28 juni 2019 door het kabinet gepresenteerd is. Het centrale doel van het Klimaatakkoord is om de CO2-uitstoot in 2030 met 49% te verlagen (ten opzichte van 1990) en om in 2050 klimaatneutraal (reductie van -95% CO2) te zijn.

In 2017 is een eerste studie, de 0-meting, uitgevoerd om in beeld te brengen wat de omvang van de opgave voor energieneutraliteit voor Oss betekent. Die studie gaf antwoord op de vraag wat er kan worden bereikt met energiebesparing binnen de gemeente, en wat er dan nog ingevuld moet worden met hernieuwbare energie.

Nu, in 2019, is er een actualisering van deze studie gemaakt, een 1-meting. Enerzijds om te zien hoe het energiegebruik zich in Oss ontwikkeld heeft, en anderzijds om nieuwe inzichten en beleidsontwikkelingen mee te nemen bij het bepalen van de mogelijkheden voor energiebesparing en hernieuwbare energie.

Voor de analyse zijn cijfers uit de klimaatmonitor voor 2014 (0-meting) en 2017 (1-meting) gebruikt. Het totale energiegebruik (excl. het elektriciteitsgebruik uit zonnepanelen op woningen) in Oss was 7.531 TJ (Terajoule) in 2014. In 2017 is dit 7.498 TJ. Dat is ongeveer 0,5% besparing over drie jaar. Het absolute energiegebruik is dus nagenoeg stabiel, maar het energiegebruik per inwoner is gedaald. Per inwoner is het energiegebruik tussen 2014 en 2017 omlaaggegaan van 0,084 TJ/inwoner/jaar naar 0,083 TJ/inwoner/jaar. Dit is een reductie van 1,4% over drie jaar.

Door onder andere energiebewust gedrag, energiezuinige apparaten, isoleren van gebouwen en efficiënte warmte- en transporttechnieken kan er in de sectoren Wonen, Werken en Verkeer 46% aan energie bespaard worden. Ook kan 7% van de energievraag ingevuld worden door zonne-energie op daken.

Na de circa 50% besparing inclusief zonnepanelen op daken moet er nog 3.370 TJ aan energie hernieuwbaar opgewekt worden, in de vorm van hernieuwbare elektriciteit en warmte. Ter illustratie: om 3.370 TJ aan hernieuwbare energie op te wekken met zonne-velden is 13 km2 zonnecellen nodig, 107 windmolens van 4 MW of 71 windmolens van 6 MW.

Maar niet alle 3.370 TJ hoeft met zonne-energie of windmolens opgewekt te worden. Een groot deel van dit energiegebruik is resterende warmtevraag (1.430 TJ). Deze warmte­vraag kan met hernieuwbare warmtebronnen (zoals aquathermie, biomassa, WKO, geothermie, groengas) ingevuld worden. Om daarna nog de resterende elektriciteitsvraag van 1.940 TJ in te vullen is er 7,5 km2 aan zonnevelden nodig (exclusief de zon-PV op de daken die onder besparing valt) of zijn er 62 windmolens van 4 MW nodig (en 41 van 6 MW).

Auteurs

Co-auteurs

0-meting 2017